Menu Djokja Volgende - Zilvergehalte Vorige - Werkplaatsen Omlaag - Zilverbeslag Technieken gebruikt bij het produceren van Djokjazilver


Schaal hameren in Kotagede Schaaltje hameren in Kotagede De gebruikelijke techniek van de djokjazilversmeden is drijven(bosseleren), ook wel repoussé genoemd. Het drijven van zilver is het van binnenuit uithameren van het reliëf. Dit gebeurt met stalen ponsen van verschillende diktes en vormen. Het is een manier van zilverbewerken die in heel Zuid-Oost-Azië veel gebruikt wordt en overigens ook in Europa gangbaar (geweest) is. Ook buiten Java komt deze hamertechniek veel voor, zoals op Bali, Sumatra en Borneo.
Het voorwerp rust in een peklaag (of wordt op een teerbol bevestigd). De grove vorm wordt gehamerd op de achterkant, waarna de fijnere contouren op de zichtkant in detail worden afgemaakt ("geacheveerd"). Door de afgekoelde peklaag weer op te warmen kan het voorwerp steeds losgemaakt worden.

Filigrain Doosje Detail Deksel Oud Indisch zilver en hedendaags zilver uit Kotagede (en Kota Gedang op Sumatra) is ook gemaakt in filigrain (fijne draad techniek) maar in ons djokja komt het bijna nooit voor.
Wel eens in een uitgespaard gedeelte van bijvoorbeeld een lepeltje.

Gegraveerde Taartschep Gegraveerde Wajangfiguur Graveren en ciseleren, zoals dat veel in koperwerk wordt toegepast, wordt in djokjazilver spaarzaam gedaan.

Het gieten en stansen van djokjavoorwerpen komt weinig voor, hoofdzakelijk bij voorwerpen als wajanglepeltjes, boekenleggers en hedendaagse souvenirs.

Ajour - gezaagde rand Veel voorkomend is ook de techniek van het uitzagen (of uitbeitelen) van details in zilver, ook wel ajour genoemd. Behalve dat dit bespaart op de grondstofkosten, is de belangrijkste reden om dit te doen het fraaie effect op het eindresultaat.
Tijdens de djokjaperiode is deze techniek niet altijd even populair geweest. Als een hogere productie belangrijker was dan de zilverprijs zien we dat er minder uitgezaagd werk wordt geleverd. Het djokja wordt al met een heel arbeidsintensieve techniek gemaakt, het uitzagen kost nog eens vele extra uren.

Ingelegde Jade Het inleggen met (half-)edelstenen, zoals dat ook nu nog in bv. India veel voorkomt, is in djokja weinig toegepast. Je ziet het wel eens in sieraden en op doosjes.

Thaise Niello Manchetknopen Niëllo (een soort emailleren) kwam in Zuid-Oost-Azië in verschillende gebieden voor, maar is nooit te zien op djokjazilver. Deze zeer giftige werkwijze wordt tegenwoordig alleen nog in Thailand toegepast, waar het altijd al populair was.

Het zwarten (etsen) van zilver door chemicaliën (en ook wel met vuur) is al een oude techniek die ook vóór de djokjaperiode wel werd toegepast. Vooral de Nederlanders hielden ervan, zodat vanaf 1930 het steeds gebruikelijker werd. Toen de Nederlanders Indonesië verlaten hadden was er geen afzetmarkt meer voor. Na 1960 zie je het aandeel in de totaalproductie teruglopen en tegenwoordig wordt het bijna alleen nog in opdracht gedaan.
Alleen de diepere delen van de voorstelling worden gezwart (de hogere delen worden beschermd) zodat er een mooi contrast ontstaat. Dit moet dus nooit door hardnekkig poetsen ongedaan gemaakt worden.

Grote stukken worden wel uit een stuk gehamerd, maar er wordt ook vaak in delen geproduceerd, die dan op verschillende manieren aan elkaar gezet kunnen zijn. Soms is dit knap gedaan, maar bijvoorbeeld de armen van kandelaars zijn vaak een beetje krakkemikkig.
Omdat men geen kans ziet cilinders van binnenuit te bewerken, wordt bijvoorbeeld voor een busje eerst de versiering aangebracht op de vlakke plaat die daarna gebogen en gesoldeerd wordt.
De vaardigheid van de maker is hier ook af te leiden aan de wijze waarop het patroon nu aansluit.

Bolpootjes Meloenpootjes
Bolpootjes Meloenpootjes
De pootjes zoals die bijvoorbeeld vaak onder wat grotere schalen zitten, kunnen vastgesoldeerd zijn of afschroefbaar. De vorm is die van bolpootjes of meloenpootjes.

Vanuit de islamitische traditie streeft men wel naar volledig vlakvulling. Er blijft dan geen oppervlakte-deel over waar niet een versiering is aangebracht. Dit ging sommige makers (of afnemers) te ver, zodat vaak toch onbewerkte gedeelten overblijven. Deze gedeelten werden door hameren vaak van een soort "kippenvel-patroon" (hamerslag) voorzien. Vanaf ongeveer 1960 wordt dit steeds vaker achterwege gelaten, zodat in die nieuwere produkten meer "kale" vlakken voorkomen.

Accoladerand
Accoladerand
 
Parelrand
Parelrand
 
Kabelrand
Kabelrand
Bij schalen, borden en kommen is vaak een accoladerand aangezet van veel dikker plaatmateriaal. Met weinig extra kosten oogt het object hierdoor aanzienlijk zwaarder.
In kleinere schalen wordt hetzelfde effect bereikt door de dunne rand om te buigen en die daardoor dikker te laten lijken.
Ook de parelrand en kabelrand, die bekend zijn uit het Europese zilverwerk, worden in djokja veelvuldig toegepast.

Dienbladen van zilver zijn gemaakt zonder handvatten. De houten dienbladen hebben soms wel handvatten.

Initialen PE - P. - MD Initialen ST - TIK - etc.
PE-P.-MD ST-TIK-etc.
Het is heel gewoon dat meerdere smeden aan een (groot) stuk werkten. Soms is het duidelijk zichtbaar dat er twee verschillende mensen aan gewerkt hebben, die niet allebei even vaardig waren. De simpele versiering is dan door een minder ervaren kracht gedaan. Ook werd een voorwerp wel gemaakt van een zilverplaat waarin een ander (of een andere werkplaats) al een afbeelding had gehamerd.

Sinds het begin van de vorige eeuw hebben bestek-cassettes messen. Vóór die tijd was het niet gebruikelijk dat een bestek ook een mes had. Wie dat wilde liet de messen zelf bijmaken. Oudere djokjabestekken hebben dus ook vaak geen mes. Als er messen zijn is het heft in djokjazilver gemaakt, het lemmet is steeds van een min of meer bekend merk uit Nederland, Duitsland, Engeland of Frankrijk.

We zijn gewend dat sets van schalen, onderzetters, lepels, servetringen enz. uit zes of twaalf stuks bestaan. Veel djokja is echter in opdracht gemaakt, dus het is niet ongewoon dat er sets van drie of vier of vijf voorkomen. Het in onze ogen ontbrekende deel is er dan eenvoudigweg nooit geweest.
Als een bestek bij een boedelverdeling is verdeeld, kunnen natuurlijk ook setjes van drie of vier zijn ontstaan.

Een heel aparte vorm is het aanbrengen van applicaties op buffelhoorn, schildpad, etc.
Meer over dit soort
zilverbeslag op de volgende pagina.


Boven Omlaag - Zilverbeslag

Menu Djokja Volgende - Zilvergehalte Vorige - Werkplaatsen Pagina: 15 februari 2009